Reed schakelaars of bezetspoordetectie?
Over deze vraag wordt veel gediscussieerd en bestaat m.i. veel misverstand. In veel gevallen is de vraag ook verkeerd en zou eigenlijk moeten luiden: Wanneer gebruik je reed-schakelaars en wanneer bezetspoordetectie. Sommige (digitale) systemen bieden je geen keuze, maar als je die wel hebt, kun je die vraag alleen zelf beantwoorden. Naast deze mogelijkheden zijn er nog andere methoden van detectie, zoals infrarood lichtsluizen, barcodelezers, etc. Ze worden echter vaak alleen voor specifieke doeleinden gebruikt en zijn ook relatief kostbaar. Met onderstaand overzicht hoop ik je te voorzien van informatie om een zelf een afgewogen en goede keuze te maken. Ik heb gepoogd e.e.a. zo objectief mogelijk te houden, maar uiteraard is het wel een weergave van mijn persoonlijke kennis en ervaringen en in die zin subjectief. Doe er je voordeel mee ... of niet.
Bij het DINAMO systeem kun je detectie van treinen op 2 manieren doen: met reed schakelaars of met bezetspoordetectie. Beide methoden hebben hun specifieke voor -en nadelen. Het prettige van DINAMO is dat je ze door elkaar kunt gebruiken en desgewenst dus de voordelen van beide kunt benutten.
Voordelen reed schakelaars | Voordelen bezetmelders |
Nauwkeurig Maximum aantal per meter nagenoeg onbeperkt *1 |
Geen extra onderdelen op het materieel: Bij alle schalen toepasbaar *8 |
Selectieve detectie mogelijk *2 |
Detectie van al het materieel mogelijk *9 |
Betrouwbaar, mits goed geplaatst en goed ingelezen *3 |
Betrouwbaar, mits rails en wielen schoon blijven *10 |
Geen extra elektronica nodig *4 |
Permanente detectie *11 |
Goedkoop *5 |
Geen magnetisme *12 |
Onderhoudsvrij *6 |
|
Introduceert geen vermogensverlies *7 |
|
- Omdat je exact kunt bepalen waar je de reed schakelaars plaatst en meestal een redelijke keuze hebt waar je de magneet onder het rollend materieel bevestigt kun je heel precies bepalen wanneer een trein een puls afgeeft. Bovendien is het aantal reed schakelaars dat je per strekkende meter kunt plaatsen nagenoeg onbeperkt, zodat je alternatieve signaalpunten kunt definieren. Bij bezetdetectoren moet je een railstaaf isoleren. Dat isoleren kun je niet altijd overal doen en zo'n detectie-sectie heeft toch een zekere lengte nodig om te kunnen functioneren. Als je locs hebt met op 1 draaistel antislipbandjes, dan zullen de wielen van dit draaistel geen elektrisch contact met de rails maken. Rijdt zo'n loc vooruit en zitten de banden op het achterste draaistel dan zal in het geval bezetmelding de detectie plaatsvinden zodra de eerste as van het voorste draaistel op de detectiesectie komt. Rijdt de loc echter achteruit, dan vindt detectie pas plaats zodra de eerste as van het (dan) achterste draaistel op de detectiesectie komt.
- Omdat je kunt kiezen waar je wel en geen magneet onder monteert kun je ook kiezen welk materieel gedetecteerd wordt. Je zou er zelfs voor kunnen kiezen onder sommige locs bv 2 magneten te hangen, zodat die locs 2 pulsen afgeven i.p.v. 1. Op die manier kun je onderscheid maken tussen verschillende treinen.
- Sommigen zullen dit punt vast bestrijden, maar ik blijf absoluut bij mijn standpunt dat je reed schakelaars 100% betrouwbaar kunt laten werken. Op mijn eigen modelspoorbaan rijdt ik vele jaren met reed schakelaars zonder ook maar een enkele storing. Er zijn wel een aantal randvoorwaarden waar je rekening mee moet houden. Welke dat zijn en hoe je daar het best mee om kunt gaan kun je hier lezen.
- In het geval DINAMO kun je reed schakelaars rechtstreeks (nou ja, met 1 diode van 2 Eurocent dan) aansluiten op je systeem. Als je een ander systeem gebruikt en een niet-real-time besturingssysteem moet je, zoals beschreven in de link onder (3) hierboven, wel iets hebben om de stand van de schakelaar vast te houden.
- Een reed schakelaar kost minder dan 50 Eurocent (nee, niet die uit het peperdure assortiment van de modelbouwfabrikanten, maar gewoon in de elektronica-handel)
- Een reed schakelaar bestaat uit een met stikstof gevuld buisje met 2 hoogwaardige verende contacten en heeft, mits de reed schakelaar niet te zwaar wordt belast, een zeer lange levensduur. Het bedienen van de schakelaar is contactloos (d.w.z. er is geen contact tussen loc en schakelaar, wel tussen de 2 contacten in het buisje). Als een schakelaar eenmaal goed is geplaatst en goed werkt heb je daar geen omkijken meer naar.
- Een reed schakelaar zit in een van de spoorbaan gescheiden stroomkring. Een bezetmelder daarentegen (in elk geval bij 2-rail gelijkstroom) meet de stroom die door het op een railstuk aanwezig materieel loopt. Dat meten introduceert een spanningsval en verbruikt daarmee energie. Bovendien moet je, om ook iets te kunnen detecteren als je trein stilstaat, een extra stroom(pje) injecteren.
- Bij reed schakelaars moet je een magneetje plaatsen onder je rollend materieel om de puls te kunnen afgeven. Bij H0 is dat meestal niet zo'n probleem, maar bij N spoor en zeker in schaal Z is dat vaak heel lastig, zo niet onmogelijk. Hier biedt bezetspoordetectie duidelijke voordelen omdat alle detectie-apparatuur elektronica is die altijd buiten het zicht van de baan kan worden geplaatst. Ik zou zeggen dat dit bij N en Z spoor een doorslaggevende reden is om voor bezetmelders te kiezen.
- Al het materieel dat een belasting vormt (locs, verlichte rijtuigen) wordt door een bezetspoordetector in principe gedetecteerd. Ook ruituigen en wagons zonder verlichting kun je eenvoudig laten detecteren door weerstandslak aan te brengen op de wielisolatoren. In zekere zin kun je ook bij reed schakelaars al het materieel detecteren door onder elke rijtuig/wagon een magneet te hangen, maar met bezetspoordetectoren gaat dat wel wat gemakkelijker.
- Bezetspoordetectoren werken betrouwbaar bij de detectie van locs. Daarvan zijn de wielen immers schoon, anders rijden ze niet. Bij detectie van ander materieel moet je er voor zorgen dat de wielen wel goed schoon blijven. We kennen allemaal het geflikker van de rijtuigverlichting, nou in de tijd dat het lampje uit is wordt er dus niets gedetecteerd! M.a.w: discipline vereist!
- Een reed schakelaar geeft een korte puls af als er een trein overheen rijdt. Een bezetspoordetector is actief zolang er op het betreffende railstuk een stroomverbruiker aanwezig is. Met bezetmelders kun je dus detecteren of een railstuk bezet is ten behoeve van staartindicatie (het achterste stuk van een trein dat nog in een vorig blok steekt of in een wisselstraat) of om verloren wagons te detecteren. Dat laatste komt met de moderne koppelingen op een goed gelegde baan gelukkig niet echt veel meer voor.
- Als je een magnetiseerbare railbedding gebruikt (bv staal) is het gebruik van reed-contacten af te raden, omdat het magnetisch veld van de magneet hierdoor ernstig wordt verstoord en de werking hierdoor ernstig wordt belemmerd. Ook een middenrail kan de werking nadelig beinvoeden en bij een loc met een magnetiseerbare (stalen) onderkant moet je goed uitkijken waar en hoe je de magneet plaatst. De meeste loc-behuizigen zijn van een combinatie van gietijzer, aluminium en kunststof en al deze materialen zijn a-magnetisch (dus geen probleem). Bij 2-rail zijn mij geen systemen met metalen railbedding bekend en uiteraard ook geen middenrail. Kleine magnetiseerbare voorwerpen (zoals stalen raillassen, schroefjes, spijkertjes) hebben nauwelijks invloed.